Door: Riet van Rooij
Toen ik na zeven ’magere jaren’ eindelijk weer zwanger was, beleefde ik dat meteen zeer intens. Ik ervoer al van het begin af aan contact met de ziel van het kind; we noemden haar Huppeltje. Ik voelde in mijn buurt regelmatig een concentratie van energie die warmte uitstraalde.
Toen ik na een aantal zalige zwangerschapsweken een spoortje bloed verloor leek het alsof er tegelijkertijd iets knapte; de verbinding leek wel verbroken, en ik kon de warme gloed ook niet meer voelen. Een koude leegte vulde mijn buik.
In de onzekere dagen die volgden had ik nog steeds een positieve zwangerschapstest, kreeg ik een visioen van een lachend koppie dat me spottend leek gade te slaan en zweefde ik tussen hoop en vrees. Het was vreselijk!
Naarmate ik meer ging vloeien, bad en smeekte ik alle goden en godinnen die ik maar bedenken kon. Werkelijk verbinding voelde ik met mijn innerlijke gids Freyja, die me als een moedergodin steun in de rug gaf bij wat ik als diep vrouwenleed heb ervaren: hoe het leven van je kind uit je wegvloeit zonder dat je er iets aan kunt doen.
Toch is de intensiteit van wat ik toen beleefde, waaronder het in machteloze wanhoop samenzijn met mijn man en mijn eerste kind, als een kostbaar geschenk van Huppeltje in mijn hart bewaard gebleven. We kijken er samen met een warm hart op terug.
Ik ervaar haar sindsdien bij tijd en wijle als een soort innerlijke gids; als ik haar opzoek of als ze zich spontaan bij me meldt, brengt ze me in contact met een diepe waarheid in mijn leven: dat alles de zin heeft die ik er zelf aan geef…
©Riet van Rooij
Deze passage komt uit ‘Een lege buik, lege armen’, het laatste hoofdstuk van R.van Rooijs boek Zwanger met hart en ziel, 2008.
Zie, ook voor coaching: rietvanrooij.nl.